de godganse dag 1.0
(informeel)
onafgebroken of voortdurend gedurende de dag; de hele dag
Ter uitdrukking van een negatieve gemoedsgesteldheid zoals ergernis of verveling.
Algemene voorbeelden
Het regende bijna de godganse dag pijpestelen, het was bitter koud, de wegen waren door slijk en nattigheid aartsgevaarlijk.
Eén man hield met een smeedtang een puntbeitel op een klinknagel, terwijl drie anderen in volledige cadans om beurten met een voorhamer de nagel door de platen ramden. Zonder ophouden, de godganse dag.
Wat doe jij eigenlijk de godganse dag?! Noem mij één bezigheid die wat voorstelt!